Het schrijven van een reflectieverslag
In een reflectieverslag ga je de diepte in. Je kunt het vergelijken met een ijsberg in het water: Boven de waterlijn zie je de top van de ijsberg, die is zichtbaar, zoals ook je gedrag zichtbaar is. Bij reflecteren duik je onder de waterlijn; je kijkt naar datgene wat niet direct zichtbaar is: je gevoelens, je wil, je gedachten en overtuigingen.
Je reflectieverslag gaat over een moment in de supervisiesessie: Was er tijdens de supervisiesessie iets of een moment dat je aan het denken heeft gezet of was er een moment dat je na de sessie bezig hield? Werd je ergens emotioneel door geraakt tijdens de supervisiesessie en/of werd je je ergens bewust van? Beschrijf wat dat was en wat dat met je deed. Daarbij beschrijf je je denken-voelen-willen-handelen.
Herinner je je soortgelijke ervaringen in je leven (uit je socialisatie, werk, leren en/of privé)?
Is er een centraal thema te ontdekken en wat vind je daarvan? Als je niet tevreden bent over je gedrag/houding: Welke alternatieven heb je voor je gedrag en wat heb je daarvoor nog te leren?
Vervolgens experimenteer je in de praktijk met dat alternatieve gedrag om te ontdekken of dat voor jou een helpende/helende manier is.